Wetboek van Strafvordering
Artikel 61a
1
Tegen de voor onderzoek opgehouden verdachte kunnen maatregelen in het belang van het onderzoek worden bevolen. Als zodanige maatregelen kunnen onder meer worden aangemerkt:
a
het maken van fotografische opnamen of video-opnamen en het nemen van lichaamsmaten;
b
het nemen van vingerafdrukken;
c
de toepassing van een confrontatie;
d
de toepassing van een geuridentificatieproef;
e
het afscheren, knippen of laten groeien van snor, baard of hoofdhaar;
f
het dragen van bepaalde kleding of bepaalde attributen ten behoeve van een confrontatie;
g
plaatsing in een observatiecel;
h
onderzoek naar schotresten op het lichaam.
2
De in het eerste lid genoemde maatregelen kunnen, behoudens de in het eerste lid onder a en b bedoelde maatregelen, voor zover die zijn gericht op het vaststellen van de identiteit, alleen worden bevolen in geval van verdenking van een strafbaar feit waarvoor inverzekeringstelling mogelijk is.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BJ5644, Eerste aanleg - meervoudig, 05/700121-09
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
19-08-2009
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank ArnhemDe rechtbank te Arnhem veroordeelt 23-jarige vrouw voor belaging, bedreiging en mishandeling van 32-jarige man en voor vernieling van goederen die aan hem toebehoorden. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte geen gevangenisstraf behoeft te worden opgelegd maar legt zij aan haar een deels voorwaardelijke werkstraf op...